Geaccrediteerd
Onafhankelijk
Beoordeeld met een 8

Onafhankelijke nascholing voor

zorgprofessionals

Uitgesproken

Medio april stonden de media vol van ongenuanceerde uitspraken van Johan Derksen over Marokkaanse Nederlandse voetballers. Is dit een typisch voorbeeld van stigmatisering? “Ik heb inmiddels een dikke huid gekregen.” De rubriek Uitgesproken met Habib El Kaddouri (41), zzp’er bij Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN), oprichter van de Hulplijn Radicalisering en spreker bij congres Radicalisering binnen gemeenten.

Door: redactie Medilex

Welk doel stelt SMN zichzelf?
“SMN wil de Marokkaanse gemeenschap in Nederland een stem geven. Waar nodig een weerwoord geven in het maatschappelijk debat. Zo’n voorbeeld van Derksen is een aanleiding voor ons om – namens de gemeenschap – een tegengeluid te laten horen. Persoonlijk heb ik een dikke huid gekregen maar mij raken sommige dingen ook nog wel, zoals de uitspraak ‘Minder, minder, minder’ van Wilders."

En wat nog meer?
“We maken ons hard voor het bespreekbaar maken van gevoelige thema’s, zoals homoseksualiteit. Dit doen we met de nodige voorzichtigheid bij de gemeenschap, aan de hand van verhalen over respect en vrijheid. We benadrukken dat een negatieve mening er mag zijn, maar tegelijkertijd met eerbied voor de mens. En daarnaast zetten we verschillende thema’s op landelijk niveau in, aan de hand van netwerkdagen of bijeenkomsten met politici."

U bent ook betrokken bij de Hulplijn Radicalisering.
“Dat klopt en tot en met het eind van dit jaar hebben wij nog subsidie. Daarna is het nog even kijken hoe we het regelen met de financieringsstroom. Bij de Hulplijn Radicalisering kunnen bezorgde omstanders van iemand die aan het radicaliseren is terecht. Het aantal gezinnen dat de Hulplijn benadert is het afgelopen jaar flink toegenomen en dat geldt ook voor de vrijwilligers die de gesprekken voeren. De vrijwilligers zijn over het algemeen familieleden die zelf met geradicaliseerde kinderen te maken hebben gehad. Ons nieuwste initiatief is ‘Weerbaarheid tegen radicalisering’. Het project vindt in zes provincies plaats. Daarnaast ondersteunt SMN een groep ouders van geradicaliseerde en uitgereisde kinderen. Zij proberen hun ervaringsdeskundigheid in te zetten voor bewustwording van deze problematiek. Zulke initiatieven vind ik echt enorm belangrijk."

Waarom blijft u zich inzetten voor de Marokkaanse gemeenschap?
“Toen ik in 1990 als zestienjarige naar Nederland kwam, stond ik ook voor moeilijke keuzen en was het soms een aardige zoektocht om mijn positie in de samenleving te vinden. Als ik van Marokkaanse ouders hoor dat zij zich gesteund voelen, voel ik mij weer gesterkt. Ik blijf me graag inzetten voor een mooiere wereld."