9.00
Ontvangst met koffie, thee en uitreiking congresmap

9.30
Opening door de dagvoorzitter
AnneLoes van Staa, lector Transities in zorg, Hogeschool Rotterdam, initiatiefnemer Actieprogramma ‘Op eigen benen vooruit’ en kinderverpleegkundige

9.45
Van pediatrie naar volwassenenzorg - tussen wal en schip?
AnneLoes van Staa, lector Transities in zorg, Hogeschool Rotterdam, initiatiefnemer Actieprogramma ‘Op eigen benen vooruit’ en kinderverpleegkundige

• Waarom is speciale aandacht voor transitie en jongeren in de transitieleeftijd nodig in de zorg?
• Twee kerndoelen van transitiezorg: meer aandacht voor zelfmanagement van de jongere én betere organisatie van de transfer
• Hoe begeleidt u een jongere en zijn ouders optimaal in de transitiefase? 

10.30
Best Practice: Een periode van gezamenlijke zorg
Jacqueline Knoll, verpleegkundig specialist kindernefrologie en Marjo van Helden, verpleegkundig specialist nierziekten. Beiden werkzaam bij UMC St. Radboud Nijmegen

• Het multidisciplinaire team – een manier om de kloof tussen pediatrie en volwassenenzorg te overbruggen
• De kwaliteit van leven inzichtelijk maken om gerichter zorg te kunnen verlenen
• Van patiënt naar partner in zorg – wat is uw rol tijdens de overstap?

11.00
Koffie- en theepauze

11.15
Zelfmanagement en therapietrouw in de transitieleeftijd
Vivian Colland, klinisch kinder- en jeugdpsycholoog, hoofd Psychosociale Afdeling Emma Kinderziekenhuis AMC, opleider en supervisor VGCt en VKJP

• Therapietrouw en zelfmanagement – waar hebben we het over?
• Sociaal-emotionele problematiek en therapietrouw – hoe herkent u de problematiek, wat kunt u zelf doen en wanneer verwijst u door?
• Tips voor zelfmanagement en therapietrouw in de transitieleeftijd 

11.45
Communicatie met pubers en jongvolwassenen
Martine Delfos (meer informatie), biopsycholoog PICOWO en schrijfster van “Ik heb ook wat te vertellen! Communiceren met pubers en adolescenten

• Hoe houdt u in uw communicatie rekening met de levensfase waarin de patiënt zich bevindt? En met de gevolgen van gebrekkige communicatie uit vorige levensfasen?
• Wat voor invloed van heeft uw manier van communiceren op de therapietrouw van de adolescent?
• Wat is een goede leeftijd om te beginnen met transitiezorg?

12.30
Forum en discussie
Onder leiding van de dagvoorzitter, met medewerking van de sprekers

13.00
Afsluiting van de ochtend door de dagvoorzitter, gevolgd door lunch

Verdiepingssessies 14.00 - 16.00 uur

In de middag kunt u kiezen uit één van de twee verdiepingssessies, waar deskundigen op interactieve en praktische wijze ingaan op de onderwerpen die in de ochtend aan bod zijn gekomen.

Verdiepingssessie A - Aan de slag met transitiezorg!
AnneLoes van Staa, lector Transities in zorg, Hogeschool Rotterdam, initiatiefnemer Actieprogramma ‘Op eigen benen vooruit’ en kinderverpleegkundige en Jeroen Havers, senior adviseur en projectleider Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement CBO

Aan de hand van het Tien Stappenplan voor Transitiezorg maakt u kennis met praktische tools en tips om morgen te kunnen starten met transitiezorg. U gaat  werken met de tien meest gebruikte interventies en instrumenten uit  de Transitie Toolkit, zoals het ‘individueel transitieplan’, de ‘Groei-wijzer’ en de tool ‘Jongeren alleen in de spreekkamer’. Stuk voor stuk relatief eenvoudig te implementeren tools, die bijdragen aan een soepel transitieproces van de jongere.


Verdiepingssessie B - Gespreksvoering met de patiënt in de transitieleeftijd
Martine Delfos (meer informatie) biopsycholoog PICOWO en schrijfster van “Ik heb ook wat te vertellen! Communiceren met pubers en adolescenten
 
Weet u de juiste toon te vinden bij de zorg voor uw patiënt? Communicatie met jongeren in de transitieleeftijd blijkt een vak apart. Juist tijdens de transitieperiode verschuift de aandacht van familiegerichte zorg naar persoonsgerichte zorg. Of u contact weet te maken met de patiënt  is essentieel voor het behouden of verhogen van therapietrouw en medicatieveiligheid. Tijdens deze verdiepingssessie oefent u effectief communiceren met jongeren in de transitieleeftijd.