De cursus bestaat uit vier interactieve contactdagen van 9.30 tot 16.00 uur in Utrecht onder leiding van Jorg Damen. Iedere dag heeft twee korte koffiepauzes van 15 minuten en één lunchpauze van 12.30 tot 13.30 uur. Iedere contactdag heeft minimaal 5 onderwijsuren. 

• Datareeks A (2024): 4 september, 25 september, 2 oktober, 16 oktober (allen woensdagen)
• Datareeks B (2025): 10 januari, 24 januari, 7 februari, 21 februari (allen vrijdagen)
• Datareeks C (2025): 1 april, 15 april, 6 mei, 20 mei (allen dinsdagen)

Onderstaand vind je het programma per dag met de leervragen in hoofdlijnen. 

Dag 1 – Overzicht aanbrengen: waar staan we en wat willen we bereiken?

• Kunnen we preventief te werk gaan of is er al sprake van grensoverschrijdend gedrag? 
• Belangrijke inzichten uit het rapport “Niets gezien, niets gehoord, niets gedaan” van OGCO
• Waar zit het probleem? Bij individuen, teams, leiding, directie, maatschappij of “het systeem” als geheel? 
• Verschillende manieren om te kijken naar (cultuur)verandering
• Werken aan sociale veiligheid - hoe doe je dat? 
• Diverse modellen om inzicht te krijgen in de groepsdynamiek van een team, afdeling of organisatie

Dag 2 – Goed voorbeeld doet goed volgen – jouw rol als leidinggevende/manager

• Inzicht in de factoren die aanspreken zo moeilijk maken (in onze praktijk)?
• Elkaar open aanspreken – wat wordt er van jou verwacht?
• Rotte appels - hoe langer je wacht, hoe groter het probleem. 
• Praktische modellen voor omgang met weerstand, emoties en lastige gesprekken
• Wees helder - de verschillen tussen coachen, feedback en het stellen van grenzen.
• Opstellen van een persoonlijk actieplan om de komende tijd mee aan de slag te gaan

Dag 3 – Grensoverschrijdend gedrag – kwestie van rotte appels of een rotte mand?

• Een 'rotte appel' of eerder een rotte mand? Hoe ga je ermee om?
• Welke rollen, houdingen en normen houden hufterig gedrag in stand?
• Waar staat onze organisatie op de veiligheidscultuurladder? 
• Grensoverschrijdend gedrag aanpakken: wat moet je doen? Wat moet de organisatie doen? Wat moeten werknemers doen?
• Praktische tips om te komen tot een actieplan.

Dag 4 – De groep zélf verantwoordelijkheid laten nemen

• Terugblik afgelopen week a.d.h.v. casuïstiek – wat ging goed, wat moet nog geoefend worden?
• Diagnose a.d.h.v. model – waar staat de groep/het team? Wat kan je van hun verwachten? Wat mogen zij van jou verwachten?
• Werkvormen om gedragsnormen concreet en dus bespreekbaar te maken binnen team/afdeling/maatschap
• Hoe zorg je ervoor dat de groep zélf verantwoordelijkheid gaat dragen voor het aanspreken op gedrag (zowel positief als negatief)
• Praktische tips en werkvormen om je collega’s aan de slag te laten gaan met hun groepsdynamiek

Terugkomdag (optioneel, bij voldoende belangstelling) – Hoe houd ik het proces op gang?

• Evaluatie afgelopen periode, casuïstiek bespreken en bijsturen. 
• Welke factoren en valkuilen kunnen ons in de weg zitten? Hoe kunnen we daar nu al op anticiperen?
• Hoe voorkom je terugval in “oude patronen”?
• Wij/zij denken: tussen management en werknemers, tussen teams, tussen zorgprofessionals en cliënten/patiënten etc. Hoe zorg je ervoor dat je het samen blijft doen?
• Hoe zorg je ervoor dat de verandering, ook zonder jouw aanjagen, geborgd blijft in de dagelijkse praktijk?