Geaccrediteerd
Onafhankelijk
Beoordeeld met een 8

Onafhankelijke nascholing voor

zorgprofessionals

Hoogleraar Ralph Kupka vertelt over bipolaire stemmingsstoornissen

“Een terugval ligt áltijd op de loer"

Zo'n één tot twee procent van de wereldbevolking is gediagnosticeerd met een bipolaire stemmingsstoornis: een psychische aandoening waarbij manische en depressieve episodes elkaar afwisselen. Soms met daartussen jaren zonder veel klachten, maar in extreme gevallen zelfs helemaal zonder dat soort “rustperiodes”.  

Hoe herken je zo’n bipolaire stemmingsstoornis bij jouw cliënt? En wanneer de diagnose eenmaal is gesteld – hoe ga je er dan mee om? Hoe ondersteun je jouw cliënt tijdens zo'n acute episode en hoe voorkom je dat het nog eens misgaat? Ralph Kupka is expert op het gebied van bipolaire stemmingsstoornissen en vertelt er alles over in dit interview.  

Gepromoveerd op bipolaire stemmingsstoornissen 
Ralph is hoogleraar Bipolaire Stoornissen aan het Amsterdam UMC en werkt als psychiater bij de Academische Zorglijn Bipolair van GGZ inGeest. Daarnaast is hij verbonden aan het Behandelcentrum Bipolaire Stoornissen van Altrecht GGZ. Kortom: hij is een expert op dit gebied.  

Hoe dat zo kwam? Hij vertelt: “Toen ik enkele jaren werkzaam was als psychiater, deed ik mee aan een internationaal onderzoek naar bipolaire stoornissen. Uiteindelijk promoveerde ik op het onderwerp in 2003 en sinds 2010 ben ik als hoogleraar gespecialiseerd in deze aandoening. Zo doe ik bijvoorbeeld veel onderzoek en geef ik lezingen. En dit jaar dus ook op het congres ‘Bipolaire stemmingsstoornissen’ van Medilex.” 

Cyclische aandoening 
Wat ís een bipolaire stemmingsstoornis nu eigenlijk? Ralph legt uit: "Het is meer dan een schommeling van blij naar verdrietig. Mensen met een bipolaire stemmingsstoornis gaan van manieën naar depressieve episodes. Bij een manie verandert iemands stemming, hij of zij is euforisch of prikkelbaar en het denken en doen is ontremd. Een depressie is eerder het tegenovergestelde – iemand beleeft nergens meer plezier aan en is tot weinig in staat.  

Een cyclus ziet er vaak zo uit: een patiënt gaat van een manie naar een depressie of andersom. Vervolgens begint er een herstelperiode. Wanneer deze voorbij is, begint er voor de meeste patiënten een klachtenvrije periode waarin het gewone leven weer wordt hervat. Maar het kan ook zo zijn dat de volgende acute manie of depressie zich alweer aandient – dat noemen we ‘cycling’.” 

Ontregelingen in het systeem 
Dát iemand een bipolaire stoornis heeft, wordt vaak ontdekt in de jonge volwassenheid. Ralph vertelt: “Patiënten met deze aandoening hebben een bepaalde kwetsbaarheid. Vaak is dat genetisch bepaald – het zit in de familie.” Maar wat zorgt er dan voor dat een patiënt een manische of depressieve episode krijgt?  

“Vaak is er een trigger – dat kan van alles zijn. Een levensgebeurtenis, positief of negatief, kan het normale ritme verstoren. Dit kan bijvoorbeeld komen door een verandering in het dag- en nachtritme, een verandering van de sociale context door een nieuwe baan, een verhuizing of een nieuwe relatie. Maar ook het einde van een relatie, het verlies van werk of van een naaste kan het begin van een episode teweegbrengen.”  

Van manie... 
Een manie begint vaak heel onschuldig: iemand is opgewekt, creatief, geïnspireerd, vol ideeën en plannen. “Maar geleidelijk komt hij in een stroomversnelling. Hij verliest de controle over zijn denken en doen, waardoor de chaos toeneemt. De mensen om hem heen zien dat hij niet meer in zijn normale gemoedstoestand verkeert en vaak ontstaan daar dan conflicten over.  

En door die verandering in de gemoedstoestand kan een manie riskant en destructief zijn. Soms wordt het zelfs zó erg, dat we een patiënt moeten opnemen om hem tegen zijn eigen gedrag te beschermen en te zorgen dat hij niet te veel geld uitgeeft of andere brokken maakt. Bij sommige patiënten ontstaan er zelfs wanen tijdens een manie – dan spreken we van een manische psychose.”  

...naar depressie 
Daarna slaat de stemming vaak om. In korte tijd valt alles weg en belandt de patiënt in een diepe depressie. “Maar zo’n depressie verloopt vaak anders wanneer het een bipolaire stemmingsstoornis betreft. Het begin en einde is vaak nogal abrupt – bij een gewone depressie duurt dat enkele maanden, bij een bipolaire stoornis kan de stemming soms al in een paar dagen veranderen.”  

Verminderd ziekteinzicht 
De grote uitdaging voor zorgprofessionals? Een beginnende manie signaleren en vervolgens de patiënt behandelen. Ralph vertelt: “In het begint voelt een manie vaak goed voor de patiënt, maar de omgeving voelt dat er iets niet goed zit. Vaak merk je dit als zorgverlener of behandelaar ook, maar wanneer je werkt met een nieuwe patiënt is het onderscheid soms lastig te maken. De patiënt zelf zegt: ‘ik voel me juist geweldig, alles gaat goed met me, dus maak je geen zorgen’. Dat maakt tijdig ingrijpen niet gemakkelijk en leidt ook wel eens tot onenigheid in de behandelkamer. 

Ik heb bijvoorbeeld een patiënt die in stabiele periodes goed weet dat hij een bipolaire stemmingsstoornis heeft, maar tijdens een manie ontkent hij dat deze ziekte bestaat. 'Dat zei je vorige keer ook’, zeg ik dan – maar hij blijft het ontkennen. Achteraf komt dan pas het inzicht en zegt hij: ‘zie je nou, daar ging ik weer, zo gaat het elke keer als ik manisch word’.”  

Acuut handelen 
Een depressie herkennen is daarentegen gemakkelijker, legt Ralph uit. “Dit voelen patiënten zelf namelijk ook – ze zijn somber, zien nergens het nut van in en komen tot niets meer. Maar ze vergeten óók dat dit hun stemmingsstoornis is en dat het ook deze keer weer over zal gaan. Als behandelaar kun je tijdens een acute fase niet veel meer dan ondersteunen, medicatie voorschrijven, de mogelijke schade beperken en inzichten blijven aandienen. Ook al komt het op dat moment misschien niet aan, het helpt toch vaak wel om te horen dat het een tijdelijke verstoring is. Voor bipolaire depressies zijn bovendien effectieve psychotherapieën beschikbaar.”  

Langetermijnplan  
Stopt zo’n behandeling dan op het moment dat de herstelperiode voorbij is? “Absoluut niet. Een bipolaire stemmingsstoornis is veelal een langdurige en terugkerende aandoening, dat trekt niet na een jaar voorbij. Het kan lange tijd goed gaan, maar terugval blijft een risico. Veel patiënten krijgen daarom lithium voorgeschreven, dat is een medicijn dat op lange termijn preventief gebruikt wordt bij deze aandoening. Verder raad ik – buiten de acute fasen – ook psycho-educatie en -therapie aan. Ook helpt het patiënten om met lotgenoten te spreken, bijvoorbeeld tijdens maandelijkse meetings.”  

Leer verder over bipolaire stemmingsstoornissen tijdens het congres 
Kom jij als zorgverlener ook wel eens in aanraking met mensen met een bipolaire stemmingsstoornis en wil je beter weten hoe je dit signaleert en behandelt? Meld je dan aan voor het congres over deze complexe aandoening.  

“Het congres is interessant voor alle zorgverleners die hiermee te maken kunnen krijgen. Huisartsen, POH, psychologen, psychiaters, verpleegkundig specialisten, maatschappelijk werkers en orthopedagogen – het is voor iedereen interessant. Tijdens het congres krijg je veel praktische inzichten en leer je meer over hoe de aandoening in elkaar zit en over de medicamenteuze, psychologische en herstelondersteunende behandelingsopties. Verder leer je van ervaringsdeskundigen hoe je hiermee kunt omgaan als behandelaar.”