“Mensen met een eetbuistoornis zoeken vaak heel laat hulp.”
Eetbuistoornissen ontwikkelen zich zelden van de ene op de andere dag. Vaak gaan er subtiele veranderingen in het eetgedrag aan vooraf, zoals emotie-eten dat gaandeweg verandert in controleverlies. Dr. Greta Noordenbos, senior onderzoeker en docent Klinische Psychologie aan de Universiteit Leiden, doet al jarenlang onderzoek naar het ontstaan en beloop van verschillende eetstoornissen. Zij ziet dat veel mensen pas laat hulp zoeken, terwijl er vaak al in een vroeg stadium signalen zichtbaar zijn. “Mensen praten vaak pas over eetstoornissen in de ernstige fase, maar ik vind het belangrijk om te kijken naar het proces: wat gaat er aan vooraf, hoe begint het, wat zijn de eerste ervaringen?”
In haar onderzoek kijkt ze onder andere naar de rol van emotie-eten bij eetbuistoornissen. “Eten kan gebruikt worden om bepaalde emoties niet te voelen. Niet voelen, maar vullen. Omdat dit in eerste instantie als een soort copingstrategie kan functioneren, duurt het vaak lang voordat iemand hulp zoekt. Als iets je helpt, wil je die oplossing niet kwijt. Mensen houden het zo lang in stand totdat de negatieve gevolgen zo groot worden dat behandeling noodzakelijk is. Maar vroegtijdig ingrijpen vergroot de kans op herstel enorm.”
Van eetbuien naar eetbuistoornis
Toen Greta begon op dit onderzoeksterrein, lag de focus vooral op anorexia nervosa en boulimia nervosa. Eetbuien kregen pas later aandacht. “Jaren geleden werden eetbuien niet meteen als problematisch gezien. Soms omdat ze objectief gezien niet zo groot waren, soms omdat er pas aandacht kwam wanneer er overgewicht ontstond.” Ongeveer tien jaar geleden werd de eetbuistoornis officieel opgenomen in de DSM-5. Dat heeft volgens Greta bijgedragen aan een beter begrip van de stoornis. “Bij boulimia zie je eetbuien met compensatiegedrag zoals braken, laxeren of overmatig sporten. Bij een eetbuistoornis is er herhaaldelijk sprake van eetbuien zonder te compenseren. Soms eten mensen daarna een tijdje minder, maar dat roept vaak juist weer een nieuwe eetbui op.”
Verlies van controle
Anorexia nervosa en boulimia nervosa worden vaak gekenmerkt door laag zelfvertrouwen, een negatieve lichaamsbeleving en problemen met het reguleren van emoties. “Je ziet over het algemeen dat mensen met een eetstoornis het moeilijk vinden om bij hun emoties te komen of deze niet goed kunnen uiten. Als iemand met boulimia heeft geleerd dat een eetbui helpt om die spanning kwijt te raken, wordt dat je strategie. Alleen is de angst om aan te komen daarna enorm hoog, waardoor iemand gaat compenseren.”
Bij eetbuistoornis ontbreekt het compenseren, maar het controleverlies is nadrukkelijk aanwezig. “Mensen vertellen vaak aan mij dat ze tijdens een eetbui niet meer kunnen stoppen. Dat controleverlies is een essentieel kenmerk. Vaak is er al langere tijd sprake van emotie-eten: mensen proberen gevoelens als verveling, teleurstelling of verdriet te dempen met eten. In het begin gaat het om kleine hoeveelheden, zoals een reep chocolade, maar wanneer dat helpt om negatieve emoties even niet te voelen, groeit het al snel uit tot grotere hoeveelheden, bijvoorbeeld een hele doos bonbons. Dat is precies het risico”, benadrukt Greta. Emotie-eten geeft namelijk een snelle, troostende werking. “Het is vaak voedsel dat zoet en vet is, snel in te nemen en dat een gevoel van verzadiging en emotionele rust geeft.” Omdat de klachten minder heftig zijn dan bij boulimia, zoeken mensen met een eetbuistoornis vaak heel laat hulp. “De schaamte is groot. Ze komen meestal bij de huisarts vanwege overgewicht of maagklachten. Pas later komt het gesprek over de eetbuien op gang.”
Signaleren in een vroeg stadium
Greta ziet een belangrijke rol voor zorgprofessionals bij vroege signalering. “Bij mensen die hulp zoeken om af te vallen, zou standaard gevraagd moeten worden naar het eetgedrag. Niet alleen wat iemand eet, maar ook hoe iemand eet. Heb je soms het gevoel dat je te veel eet door emoties? Die vraag moet wat mij betreft altijd ingebouwd worden tijdens een consult.” Ze benadrukt dat mensen niet altijd direct open zijn over hun eetbuien. “Reken erop dat mensen niet meteen alles vertellen. Als een voorgeschreven dieet of advies niet werkt, moet er een alarmbel afgaan. Kom erop terug, creëer een veilige setting en geef niet direct een oordeel.”
Waarom alleen het eetpatroon veranderen niet genoeg is
In de behandeling van eetbuistoornissen is het volgens Greta belangrijk om breder te kijken dan alleen naar het eetgedrag. “Er is meestal sprake van onvoldoende emotieregulatie. Mensen hebben moeite met voelen en uiten, soms omdat dat in hun jeugd niet is aangeleerd. Dan zie je alexithymie: moeite hebben om emoties te herkennen en benoemen.”
Onderliggende emoties vormen daarom altijd een belangrijk onderdeel van de behandeling. “Die verander je niet door een dieet voor te schrijven. Je moet doorvragen: welke emoties zijn de trigger voor een eetbui? En wat kun je op zo’n moment als alternatief doen? Een rondje lopen, muziek opzetten, een warme douche nemen, iemand bellen. Strategieën die helpen om de spanning te verlagen zonder naar een eetbui te grijpen.”
Congres Focus op de eetbuistoornis
Dit congres zoomt volledig in op de eetbuistoornis. Je leert beter begrijpen hoe de stoornis ontstaat, hoe je signalen vroeg kunt herkennen en welke behandelstrategieën effectief zijn. Greta en andere experts en ervaringsdeskundigen delen hun kennis en praktijkervaring.
Greta hoopt dat professionals na het congres beter zicht hebben op de dynamiek van eetbuistoornissen. “Ten eerste is het belangrijk dat zorgprofessionals meer kennis krijgen over eetbuien en eetbuistoornissen. Vraag vervolgens door, benoem schuld en schaamte en vraag hoe lang iemand al eetbuien heeft. Onderzoek onder welke omstandigheden de eetbuien ontstaan. Zijn het negatieve emoties, zijn er andere triggers, wat doe je na een eetbui?”
Daarnaast pleit ze voor meer aandacht voor emotieregulatie, lichaamsbeleving en alternatieve copingstrategieën naast het verminderen van de eetbuien zelf. “Gelukkig wordt er steeds breder gekeken naar onderliggende factoren. Het gaat erom dat mensen alternatieven vinden voor de drang, manieren die de spanning verlagen zonder naar een eetbui te grijpen.”